In onze verkiezingsreeks hebben we samen met u moeten vaststellen dat het beleid dat de voorbije jaren werd gevoerd, schromelijk tekort is geschoten – op alle niveaus. Dat moet na zondag 9 juni anders: we kunnen ons geen “geploeter in institutionele lasagne” meer veroorloven.
In de aanloop naar de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van 9 juni polste Flows welke prioriteiten de maritieme en logistieke sector heeft voor de politiek. Aan bepaalde sleutelfiguren uit de maritieme en logistieke wereld hebben we enkele politieke vragen voorgelegd. Heel bewust hebben we niét gepeild naar politieke voorkeur, maar wel naar dossiers: waar werd er vooruitgang geboekt, waar niet.
Toch kregen we slechts antwoord van een handvol dapperen onder u. Vaak kregen we te horen dat de ‘de politiek’ nogal gevoelig ligt en men liever niet wenste deel te nemen. We kunnen daar zeker begrip voor opbrengen, maar om uitdagingen te kunnen aanpakken, is het goed om ze ook te kunnen benoemen.
Onze verkiezingsreeks was dan ook eerder beperkt in de tijd, maar toch waren de antwoorden opvallend eenduidig. We kunnen niet anders dan vaststellen dat het beleid dat de voorbije jaren werd gevoerd, schromelijk tekort is geschoten – op alle niveaus.
Op Europees niveau werd de Green Deal uitgerold, met bijzonder ambitieuze doelstellingen om te vergroenen. Over het doel zal iedereen het intussen eens zijn, maar de timing en de manier waarop staan steeds feller ter discussie. Om te vermijden dat de resterende industrie hier ook nog verdwijnt, wordt de roep om een Industrial Deal steeds luider. Het kan niet de bedoeling zijn dat we producten gaan invoeren die elders minder duurzaam worden geproduceerd…
Op federaal niveau zijn de puinhopen intussen bijna niet meer te overzien. De begroting is compleet ontspoord, de staatsschuld wordt onhoudbaar en de belastingdruk in ons land is bij de hoogste in Europa. Het energiebeleid was rampzalig – op een moment dat Rusland Oekraïne binnenviel – en de ongecontroleerde migratie zet de samenleving toenemend onder druk. Ook het feit dat werken amper iets meer opbrengt dan niet-werken, is nefast. We kennen Vivaldi als een begenadigd componist, maar deze regering heeft er een vreselijke kakofonie van gemaakt.
Ook op Vlaams niveau moeten we vaststellen dat er te weinig vooruitgang is geboekt in grote dossiers. Na het doorbreken van de impasse met een akkoord over stikstof, is men bij INEOS eindelijk kunnen beginnen aan de bouw van ‘Project One’, maar met knikkende knieën. We hebben evenmin duidelijkheid wanneer de Nieuwe Sluis in Zeebrugge er zal liggen, om nog maar te zwijgen van wanneer de eerste schepen kunnen aanmeren in een bijkomend dok in het kader van ‘Extra Containercapaciteit Antwerpen‘.
Het zijn ook deze beleidsniveaus waar politici zich al te vaak achter verschuilen. Al naargelang welk zitje men zelf bekleedt, klinkt het: “Ah, maar dat is niet mijn bevoegdheid, dat zit op Vlaams/federaal/Europees niveau (schrappen wat niet past)”. In België is het voor onze politici naar eigen zeggen “ploeteren in de institutionele lasagne”.
Maar beste politici, als die lasagne van bevoegdheden het voor u onmogelijk maakt om een coherent beleid te voeren, welnu neem dan de koe bij de horens en zorg voor een structuur die wél werkt. Zorg ervoor dat u zich niet eerst het hoofd moet breken over hoe men de lasagne van bevoegdheden moet dissecteren om een minimale aanpassing te doen. Zorg ervoor dat er een beleid gevoerd kan worden dat de zaken vooruit laat gaan, dat onze welvaart veiligstelt en dat onze koopkracht vrijwaart.