Volgens de zeevarende – een derde werktuigkundige – onderwierp een voormalig hoofdwerktuigkundige hem en andere bemanningsleden aan boord van de ‘APL Guf Express’ aan grof gedrag, geweld en seksuele intimidatie. Dat blijkt ook uit documenten van de US Coast Guard. De rechtszaak werd op 6 september 2024 in het Northern District of California aangespannen.

De zeevarende eist een schadevergoeding “voor fysieke manifestaties van schade, fysieke pijn, geestelijk lijden, geestelijke angst, verlies van levensvreugde, verloren inkomsten en beperkingen van de toekomstige verdiencapaciteit”.

Moersleutel

Volgens de documenten werd de zeevarende onderworpen aan een gewelddadige aanval waarbij hij werd geslagen met een moersleutel. Dit gebeurde op 14 november 2022. Maar er waren meer incidenten.

Op 27 december 2022 zei de voormalige hoofdwerktuigkundige, toen de bemanning de installatie van verplichte videobewaking aan boord van het schip besprak vanwege verkrachtingszaken op zee, dat het jammer was “want hoe langer het haar van het bemanningslid werd, hoe ‘verkrachtbaarder’ hij eruitzag.”

De voormalige hoofdwerktuigkundige maakte op 2 januari 2023 “ongewenste opmerkingen van seksuele aard tegen een bemanningslid”, toen de hoofdwerktuigkundige zei dat hij naar de “kont” van dat bemanningslid keek tijdens het fitnessen.

Op 3 januari 2023 pakte de hoofdwerktuigkundige de eiser ruw vast, trok hem naar zich toe “en schreeuwde agressief tegen hem”.

Ontslag

Het was echter een ander geval dat APL Maritime aan het onderzoeken was van 26 juni 2022 waarbij een ander bemanningslid betrokken was, dat leidde tot het ontslag van de hoofdwerktuigkundige, zo blijkt uit de documenten. In die zaak had de gedaagde hoofdwerktuigkundige zich agressief gedragen tegenover de tweede werktuigkundige van het schip, wat een overtreding was van het bedrijfsbeleid. Het ontslag vond plaats op 4 januari 2023.

De klacht van de Amerikaanse kustwacht leidde er ook toe dat de ontslagen hoofdwerktuigkundige vrijwillig zijn maritieme licentie inleverde en werd uitgesloten van toekomstige werkgelegenheid in de scheepvaartindustrie.

De advocaat van de benadeelde derde werktuigkundige bekritiseert de dochteronderneming van CMA CGM voor het niet eerder weghalen van de beklaagde van het schip. Dat had moeten gebeuren toen de eerste incidenten met de hoofdwerktuigkundige werden onderzocht. “CMA CGM wil duidelijk zijn eigen mensen niet ter verantwoording roepen. Volgens de klacht van de kustwacht tegen de hoofdwerktuigkundige werd hij al door CMA CGM onderzocht voor het mishandelen van een van zijn ondergeschikte ingenieurs toen mijn cliënt op zijn schip kwam,” vertelt de advocaat aan ShippingWatch. “Toch stond het bedrijf toe dat hij mijn cliënt maandenlang misbruikte.”