De Britse scheepswerfgroep Harland and Wolff is insolvent. Het bedrijf waar meer dan honderd jaar geleden de ‘Titanic’ en tientallen schepen voor de Antwerpse rederij Red Star Line werden gebouwd, kan zijn schulden niet meer betalen.
Het is al de tweede keer in vijf jaar tijd dat de Britse Groep Harland and Wolff in financiële problemen zit. Voor de afzonderlijke scheepswerven zelf – de groep heeft vier werven in Noord-Ierland en Groot-Brittannië – zou er een goede kans bestaan dat ze worden overgenomen.
Het bedrijf stond in het begin van de twintigste eeuw vooral bekend als scheepswerf waar veel passagiers- en oorlogsschepen voor de Britse thuismarkt van stapel liepen. De afgelopen jaren was het bedrijf nog vooral actief als ontwerpbureau en reparatiewerf.
‘Titanic’
Het bekendste schip dat bij Harland and Wolff werd gebouwd is de ‘Titanic’. In 1909 werd met de bouw van het schip begonnen in de Harland and Wolff-scheepswerf in Belfast. Bij zijn eerste reis in 1912 raakte het op volle kracht een ijsberg en zonk, waarbij bijna 1.500 passagiers om het leven kwamen. Vandaag herinnert een museum op de werf nog aan het iconische schip.
Red Star Line
Naast de ‘Titanic’ werden op de werf tientallen passagiersschepen gebouwd die lang voor de Antwerpse rederij Red Star Line werden ingezet. Red Star Line vervoerde tussen 1873 en 1935 zo’n twee miljoen Europeanen van Antwerpen naar de Amerikaanse steden, New York en Philadelphia.
Zo bouwde de werf in 1912, het jaar dat de ‘Titanic’ zonk dus, de ‘Belgenland’. Dat schip dat tussen 1923 en 1935 naar Amerika voer voor Red Star Line, was toen een van de meest luxueuze passagiersschepen ter wereld. Het schip was 204 meter lang en kon zo’n 2.700 passagiers vervoeren,
