Directeur Vloot overboord tijdens oefening op zee

Nieuws, Scheepvaart
Roel Jacobus
Tim Van Dijck (rechts) tijdens een oefening op zee
Tim Van Dijck (rechts) tijdens een oefening op zee © MDK

Tijdens een reddingsoefening van de Vlaamse overheidsrederij Vloot ging directeur Tim Van Dijck overboord. Niet per ongeluk, maar als vrijwillig slachtoffer. Hij wilde ervaren hoe het voelt om gered te worden en wilde het werk van de collega’s waarderen.

Hij stapte vorige week aan boord van search and rescue-vaartuig (SAR) ‘Orinoco’ om een reddingsoefening op zee bij te wonen. Het bleef niet bij kijken alleen: Van Dijck stapte in de rol van man-over-boord. In een droogpak en uitgerust met een reddingsgordel ging hij het water in om gezocht en gered te worden.

“Ik spreek vaak over de zingeving die we bij Vloot moeiteloos in onze job vinden. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het werk van de collega’s is”, zegt Van Dijck. “Onze professionele redders staan het hele jaar door paraat, in alle omstandigheden, om op zee levens te redden en om andere dringende hulp te bieden. Soms gaat het er ruig aan toe of moeten ze in het donker op zoek. Hun toewijding en expertise vormen de ruggengraat van onze operaties. Hetzelfde respect geldt voor alle andere kustwachtpartners en de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV).”

Samen voor veiligheid

Overheidsrederij Vloot is een onderdeel van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust. Directeur Van Dijck ging als target te water en volgde ook een gedeelte van een zoekactie vanop het vaartuig.

“De oefening was een uitstekend voorbeeld van hoe we de administratieve en operationele functies van de rederij dichter bij elkaar kunnen brengen. Het initiatief toont de betrokkenheid van de leidinggevenden bij het werk op het water en versterkt de band tussen de verschillende teams binnen Vloot. Samen verzekeren we een veilige en efficiënte werking van onze diensten. Daarom vind ik het zo belangrijk om de maatschappelijke waarde van deze dienstverlening zichtbaar te maken”, besluit Van Dijck.

Directeur Vloot overboord tijdens oefening op zee – Flows

Directeur Vloot overboord tijdens oefening op zee

Nieuws, Scheepvaart
Roel Jacobus
Tim Van Dijck (rechts) tijdens een oefening op zee
Tim Van Dijck (rechts) tijdens een oefening op zee © MDK

Tijdens een reddingsoefening van de Vlaamse overheidsrederij Vloot ging directeur Tim Van Dijck overboord. Niet per ongeluk, maar als vrijwillig slachtoffer. Hij wilde ervaren hoe het voelt om gered te worden en wilde het werk van de collega’s waarderen.

Hij stapte vorige week aan boord van search and rescue-vaartuig (SAR) ‘Orinoco’ om een reddingsoefening op zee bij te wonen. Het bleef niet bij kijken alleen: Van Dijck stapte in de rol van man-over-boord. In een droogpak en uitgerust met een reddingsgordel ging hij het water in om gezocht en gered te worden.

“Ik spreek vaak over de zingeving die we bij Vloot moeiteloos in onze job vinden. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het werk van de collega’s is”, zegt Van Dijck. “Onze professionele redders staan het hele jaar door paraat, in alle omstandigheden, om op zee levens te redden en om andere dringende hulp te bieden. Soms gaat het er ruig aan toe of moeten ze in het donker op zoek. Hun toewijding en expertise vormen de ruggengraat van onze operaties. Hetzelfde respect geldt voor alle andere kustwachtpartners en de Intercommunale Kustreddingsdienst West-Vlaanderen (IKWV).”

Samen voor veiligheid

Overheidsrederij Vloot is een onderdeel van het agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust. Directeur Van Dijck ging als target te water en volgde ook een gedeelte van een zoekactie vanop het vaartuig.

“De oefening was een uitstekend voorbeeld van hoe we de administratieve en operationele functies van de rederij dichter bij elkaar kunnen brengen. Het initiatief toont de betrokkenheid van de leidinggevenden bij het werk op het water en versterkt de band tussen de verschillende teams binnen Vloot. Samen verzekeren we een veilige en efficiënte werking van onze diensten. Daarom vind ik het zo belangrijk om de maatschappelijke waarde van deze dienstverlening zichtbaar te maken”, besluit Van Dijck.