Op de Bretoense scheepswerf Piriou werd de eerste van twaalf Belgisch-Nederlandse mijnenjagers te water gelaten. Na verdere afwerking en proefvaarten wordt de ‘M940 Oostende’ eind volgend jaar op de marinebasis in Zeebrugge verwacht.
Op woensdag 29 maart vond op de scheepswerf Piriou in het Bretoense Concarneau de officiële tewaterlating plaats van de mijnenjager ‘M940 Oostende’. Dit gebeurde in aanwezigheid van de minister van Defensie Ludivine Dedonder, chef defensie (en Oostendenaar) admiraal Michel Hofman, burgemeester van Oostende Bart Tommelein en divisieadmiraal Jan Debeurme, commandant van de Marine. Defensie maakte van de plechtigheid een video.
De ‘M940 Oostende’ werd in de praktijk al op 22 februari te water gelaten en wordt nu drijvend afgebouwd in de haven van Finistère. Na proefvaarten die aan het einde van het jaar beginnen, wordt het schip in december 2024 opgeleverd in de marinebasis van Zeebrugge.
Olympische atlete
De ‘M940 Oostende’ is het eerste van de twaalf nieuwe mijnenbestrijdingsschepen voor België en Nederland, voor elk zes. Het contract met een waarde van meer dan 2 miljard euro werd in 2019 binnengehaald door Belgian Naval & Robotics, een consortium opgericht door de Franse bedrijven Naval Group en Exail (ex-ECA). In hun pakket zit ook afwerking en onderhoud door een aantal Belgische bedrijven.
Vóór de officiële naamgeving van de ‘M940 Oostende’ werd de kiel van de tweede Belgische mijnenjager ‘M941 Tournai’ gelegd. Dit gebeurde tijdens een kleine ceremonie in aanwezigheid van de burgemeester van Doornik Paul-Olivier Delannois en de meter van het schip, Olympische sprintster en verspringster Camille Laus.