De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) zou tegen 2024 een miljardenfonds moeten beheren voor de groene energietransitie van de scheepvaart. Dat stelt de internationale redersgemeenschap ICS voor. Het geld zou moeten komen uit een koolstofheffing.
Het voorstel voor een fonds en een beloning om de scheepvaartsector op een groen spoor te krijgen, kwam er nadat eerdere plannen van de lobbygroep om de koolstofuitstoot te verminderen, de afgelopen jaren geen belangstelling hadden gewekt.
Tien miljard
In het herziene voorstel gaat de International Chamber of Shipping (ICS) er prat op dat een wereldwijd fonds van tien miljard dollar per jaar voldoende is om het prijsverschil tussen conventionele en alternatieve scheepsbrandstoffen te verkleinen. Eerdere ICS-voorstellen waren gericht op ongeveer 5 miljard dollar per jaar.
Om het potje te vullen, stelt ICS voor dat IMO, als mondiale regelgever van de sector, een vaste taks per ton uitgestoten CO2 invoert. De inkomsten uit die heffing zouden dan worden gebruikt als stimulans voor reders om de groene transformatie van hun vloot te bevorderen.
Belonen
“De geĆÆnde middelen zouden worden gebruikt om de invoering van alternatieve brandstoffen door pioniers, te belonen op basis van de vermeden CO2-uitstoot. Zo zou het prijsverschil aanzienlijk worden verkleind en extra kosten tot een minimum worden beperkt”, schrijft ICS in een persbericht.
50 dollar per ton
Aangezien IMO alleen een besluit bij consensus kan nemen, beveelt ICS aan de CO2-heffing relatief laag vast te stellen om de politieke steun van alle lidstaten zo goed mogelijk te waarborgen. “Met politieke wil kan het voorgestelde fonds- en beloningsmechanisme gemakkelijk worden aangenomen via het bestaande MARPOL-verdrag (een internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen) van IMO tegen 2024, zodat onze verbintenis om tegen 2050 een netto-nuluitstoot te bereiken, plausibel blijft”, zegt Simon Bennett, adjunct-secretaris-generaal van ICS.
Volgens de berekeningen van ICS kan een toekomstige heffing worden vastgesteld op ongeveer 50 dollar per ton verbruikte mariene stookolie, wat voldoende zou zijn om een wereldfonds tot 2030 te financieren.
Derdewereldlanden
Een ander belangrijk element in het voorstel is dat het fonds ook in derdewereldlanden de energietransitie van de scheepvaart moet bevorderen. Het fonds moet ontwikkelingslanden ondersteunen in de financiering van de productie van alternatieve brandstoffen en bunkeringinfrastructuur.