Vlaanderen accepteert penning kanaal Gent-Terneuzen eeuw later alsnog

Nieuws, Havens
Jan-Kees Verschuure
Automatische identificatie nu ook verplicht voor binnenvaartschepen in haven en kanaal Terneuzen
Automatische identificatie nu ook verplicht voor binnenvaartschepen in haven en Kanaal Gent-Terneuzen © Beeldbank Rijkswaterstaat

In het Zeeuwse Middelburg heeft gouverneur van Oost-Vlaanderen Carina Van Cauter een speciale herdenkingspenning van de provincie Zeeland in ontvangst genomen. Die moet het succes van het kanaal Gent-Terneuzen vieren. De uitreiking had al in 1927 moeten gebeurd zijn.

De penning, een initiatief van het Koninklijk Zeeuws Genootschap der Wetenschappen, zou al in 1927 worden uitgereikt aan de toenmalige gouverneur. Omdat Zeeland en Vlaanderen toen steggelden over de bekostiging van kanalen, is dat niet doorgegaan.

Tweede poging

Een tweede poging, op woensdag 4 september 2024, was wel succesvol. Van Cauter nam de penning met trots in ontvangst in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg. “We zien groei en bloei in de Gentse zeehaven en de North Sea Port. Dat moeten we koesteren”, zegt zij tegen Omroep Zeeland.

“Voor ons bestaan de grenzen niet”, zegt burgemeester Yvonne van Mastrigt van de Zeeuwse hoofdstad Middelburg. “Het is van levensbelang dat je je buren goed kent, zodat je precies weet wat je aan elkaar hebt. Beter een goede buur dan een verre vriend.”

Onderwerp van discussie

Het kanaal Gent-Terneuzen, aangelegd door koning Willem I, was na de Belgische Onafhankelijkheid in 1839 lange tijd onderwerp van discussie, met onder meer een tijdelijke blokkade van de Westerschelde en gesteggel over verbreding en verdieping.

Een eerste aanpassing voor de toenemende scheepvaart kwam tot stand in 1870, een tweede noodzakelijke pas in de jaren ’60 van de vorige eeuw, met inbegrip van het huidige sluizencomplex van Terneuzen.

Nieuwe Sluis

De uitreiking van de penning vond plaats in afwachting van de opening van de Nieuwe Sluis Terneuzen, op 11 oktober 2024. De werkzaamheden worden bekostigd door Nederland en Vlaanderen, waarbij Vlaanderen het grootste deel van de projectkosten betaalt. Die zijn voorlopig begroot op 1,2 miljard euro.