Naar aanleiding van de verkiezingen legde Flows een paar vragen voor aan enkele sleutelspelers in de logistieke wereld. Vandaag geeft Peter Van de Putte (directeur Maatschappij Linkerscheldeoever) zijn antwoorden: “De komende legislatuur wordt het belangrijk om nieuwe concessies te geven, door het grote aantal vragen naar terreinen dat we vandaag niet kunnen inlossen.”
In de aanloop naar de Vlaamse, federale en Europese verkiezingen van 9 juni polste Flows welke prioriteiten de maritieme en logistieke sector heeft voor de politiek. Directeur Maatschappij Linkerscheldeoever Peter Van de Putte geeft in deze bijdrage aan in welke dossiers er vooruitgang werd geboekt en welke zaken er op de lange baan werden geschoven …
Wat is voor u het belangrijkste dossier dat op tafel ligt voor de periode 2024-2028?
Peter Van de Putte: “Als Maatschappij Linkerscheldeoever staan we in voor de economische ontwikkeling van de Waaslandhaven. Ook de komende legislatuur wordt het belangrijk om nieuwe concessies te kunnen geven, door het grote aantal vragen naar terreinen dat we vandaag niet kunnen inlossen. Hiervoor is de uitvoering van een aantal projecten cruciaal: de ontwikkeling van de braakliggende restgronden in de Waaslandhaven, de start van de werken voor het complex project Extra Containercapaciteit in de haven van Antwerpen en het bekomen van een GRUP voor het laatste deel van het Logistiek Park Waasland.”
Welke politieke doorbraak uit de voorbije legislatuur heeft u aangenaam verrast?
“De ondertekening op 20 april 2022 van het verbond voor de toekomst en leefbaarheid van het ommeland van de Linkerscheldeoever. Minister Diependaele heeft samen met enkele ambtenaren een compromis gevonden tussen actiegroepen, natuur- en landbouwverenigingen en havenautoriteiten, waardoor er zekerheid is ontstaan voor de verdere ontwikkeling van de haven.”
In welk dossier werd er amper of geen vooruitgang geboekt?
“Ruimtelijke projecten en vergunningstrajecten krijgen een almaar langere doorlooptijd. Het complex project ECA had al in uitvoering moeten zijn, maar loopt heel wat vertraging op. Dit is ook het geval voor de westelijke ontsluiting van de Waaslandhaven op de E34.”
Is het Europese beleid voldoende in harmonie met het lokale beleid?
“Het Europese beleid bepaalt op verschillende domeinen de Belgische wetgeving en Vlaamse decreten. De Europese natuur- en milieuwetgeving, die breed uitwaaiert tot bijvoorbeeld de stikstofproblematiek, vormt al jaren een geweldige uitdaging en kent in Vlaanderen (en Nederland) een strenge decretale vertaling. De wijze van vertaling houdt meer en meer in dat de economische belangen geschaad worden, hetgeen in een aantal andere lidstaten niet het geval is. Dit is vandaag doorgedrongen tot de politieke elite, onder meer door de enorme neergang in de petrochemie en de inzet van haar sectorfederaties. De EU mag zeker inzetten op een ‘European Industrial Deal’.”
Hebben politici voldoende voeling met de haven/logistiek?
“Ik vind van wel, zeker in aanloop naar de komende verkiezingen … Ook de stages van VOKA of de inspanningen van havenbedrijven om politici naar de haven te brengen zijn vruchtbaar. De voeling is er wel, maar daarom is de politieke wil om de havens te laten excelleren als economische speerpunten van Vlaanderen en België er niet altijd. Het wordt in deze belangrijk dat er voor de juiste politieke partijen gekozen wordt en dat daarna de regeerakkoorden voldoende aandacht geven voor duurzame havenontwikkeling. De steeds strenger wordende regelgeving moet in functie daarvan herdacht worden.”
Welke politicus heeft u het meest geïnspireerd?
“Het is een negatieve inspiratiebron: Vladimir Poetin. Hij laat me nadenken over de houdbaarheid van de Westerse democratie in haar huidige vorm, de (on-)macht van de Europese Unie op het wereldforum en de toekomst van de Europese handel. Het wordt tijd dat we met z’n allen meer aandacht geven aan de Europese instellingen. De komende legislatuur wordt volgens mij vooral cruciaal op dit Europese niveau, waar een EU met twee snelheden een interessante denkpiste blijft.”